woensdag 22 oktober 2008

Tussenevaluatie

Het eind begint nu in zicht te komen. Vandaag al van één klas afscheid genomen. Die klas heb ik morgen niet meer op m'n rooster staan en vrijdag is de dag van het lyceum en zijn er nagenoeg geen lessen, alleen speciale activiteiten. Het geeft wel een beetje een raar gevoel. Je leert de leerlingen gedurende twee weken net een beetje kennen en dan is het al weer do pobachenja (tot ziens).

Ik heb van de gelegenheid gebruik gemaakt om aan de leerlingen te vragen wat ze van de lessen vonden en wat er beter of anders kon. Voor Oekraïeners een vreemde vraag, want hoe durf je dat tegen een docent te zeggen? Ik heb uitgelegd dat dat bij ons heel normaal is. Het voordeel is dat de docent er van kan leren en als het goed is beter wordt. Daar hebben de leerlingen weer profijt van omdat de lessen beter zijn.

Na enige aarzeling en eerst een heel verhaal over hoe leuk ze het gevonden hadden (bloos) hadden ze ook nog een aantal tips voor me: Laat ons niet teveel nadenken. Geef sneller het antwoord. Dan is er meer tijd om meer dingen te bespreken. We wisten tenslotte nog niets van economie. Deze tips zijn voor mij erg waardevol voor een vervolg (als dat mag van de baas...).

Ik heb bij één klas geprobeerd uit te leggen wat de achtergronden zijn bij "onze" manier van lesgeven. Zij begrepen het wel en concludeerden dat het Hollandse systeem beter was. Luie leerlingen zouden bij ons geen kans krijgen. Wij zouden meer een beroep doen op de talenten van de leerlingen. (Collega's kunnen we dit waarmaken?). Ik vond het in ieder geval leuk om dit te horen.

Ik heb deze informatie gebruikt bij een korte presentatie met collega-docenten. Ik kreeg 45 minuten om "ons" systeem aan hen uit te leggen. Je bespreekt dan een paar highlights en dan blijkt dat de docenten hetzelfde zijn als de leerlingen. Ze zitten met de pen in de aanslag om aantekeningen te maken. Maar helaas, dat is niet mijn manier van werken. Ik heb geprobeerd om ze aan het praten te krijgen, maar dat was beperkt. Wellicht had ik daar ook twee weken voor uit moeten trekken, net als bij de leerlingen.

Wat ik erg mooi vind om te constateren is dat de motivatie van de docenten hetzelfde is als bij ons. De ideeën worden ook gedragen. We vullen geen emmers maar ontsteken vuren. Alleen de manieren van lesgeven, de verschillende vormen van opdrachten, het samenwerkend leren enz. worden niet of beperkt vormgegeven. Ze hebben een boek, een schrift en doen af en toe een role-play. That's it. Ik denk dat we samen nog heel veel voor elkaar kunnen betekenen. Want ja, ons nieuwe leren heeft toch wel het risico in zich dat er te weinig kennis opgedaan wordt...

En toen stond een heel leuke discussie tussen voor- en tegenstanders. Jammer dat die 45 minuten al weer voorbij waren. Wie gaat er mee in het voorjaar?


P.S.

Mijn eigen leerpunten (los van wat de leerlingen aangaven) leg ik - in detail - wel uit bij het volgende POP-gesprek...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten